Blogpost -

Duaal Leren: geen oude wijn in nieuwe zakken

De ministers van Werk en Onderwijs leggen momenteel de hand aan een nieuw stelsel van duaal leren. Hierbij krijgen jongeren in het secundair onderwijs de mogelijkheid om afwisselend op de schoolbanken en op een echte werkplek te leren. Dit levert hen een erkende beroepskwalificatie of een identiek diploma op als dat van leeftijdsgenoten die voor een voltijdse leerweg kiezen. Het voorbije jaar werden de eerste stappen gezet. Een nieuw decreet regelt dat bedrijven voortaan eenerkenning moeten aanvragen alvorens ze in duaal leren kunnen instappen. In september zijn er verschillende proefprojecten gestart in meer dan 30 scholen. En intussen werd het Vlaams Partnerschap Duaal Leren opgericht, met vertegenwoordiging van alle onderwijskoepels en desociale partners.

De bestaande systemen van leren en werken (deeltijds beroepssecundair onderwijs en leertijd) kampen met verschillende problemen, zo leerde een evaluatieonderzoek van het HIVA: een slecht imago, veel jongeren zonder werkplek en weinig consistentie in de kwaliteit van de leerbedrijven. Dehervorming naar duaal leren moet een breuk slaan met dit verleden en zo bijdragen aan een kwaliteitsvol systeem dat meerwaarde levert voor iedereen: nieuwe wijn in nieuwe zakken. Voor de bedrijven die massaal op zoek zijn naar geschikte profielen. Voor de leerlingen die op een praktijkgerichte manier kunnen leren. Voor de samenleving die baat heeft bij een goed draaiende economie en jongeren die hieraan kunnen bijdragen.

Om naar een kwaliteitsvol systeem te gaan is de plaats die duaal leren krijgt in het onderwijsaanbod van cruciaal belang. Het mag niet voorbehouden worden voor traditionele beroepssecundaire onderwijsrichtingen, maar moet ook mogelijk zijn in het technisch secundair onderwijs. In plaats van een massale versnelde uitrol van bestaande richtingen moet er vooral aandacht zijn voor de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve opleidingstrajecten. Ook in het hoger onderwijs kan duaal leren voor sommige opleidingen een goede oplossing bieden. Zo bestaat er sinds kort een postgraduaat Innoverend Ondernemen voor Ingenieurs waar studenten 60% op de werkvloer doorbrengen. In Wallonië is het sinds enkele jaren mogelijk om een duale master te halen (de master en alternance). Zulke initiatieven kunnen in het imago een belangrijke kwaliteitsnotie binnenbrengen en dus ookde duale leerweg in het secundair onderwijs ten goede komen.

Een kwaliteitsvol systeem betekent ook een adequate afstemming tussen wat op school aangeleerd wordt en wat op de werkplek. In het vakjargon heet dat ͚alternering͛. Bij duaal leren worden competenties immers op de werkplek aangeleerd. Bij een klassieke stage daarentegen worden de competenties die in de klas zijn aangeleerd enkel toegepast of ingeoefend op een werkplek. Het aspect van alternering is erg belangrijk. Om een voorbeeld te geven: een jongere die een koksopleiding volgt moet ook een werkplek hebben waar hij de competenties kan leren die nodig zijn voor dat beroep. Dit kan bijvoorbeeld niet in een snackbarrestaurant zoals in het bestaande systeem nog vaak het geval is. Bij de erkenning van het bedrijf wordt daar vanaf nu veel strikter op toegezien. Het systeem staat of valt met de kwaliteit.

Vervolgens is het belangrijk dat het leertraject flexibel wordt ingevuld op maat van de jongere. Het traditionele onderwijsmodel waarbij alle jongeren hetzelfde aanbod krijgen, ligt steeds vaker onder vuur. Duaal leren biedt hiervoor een goed alternatief. Jongeren kunnen de leerstof verwerven op hun eigen tempo en leerkansen dienen zich op een meer natuurlijke wijze aan zoals in de dagelijkse realiteit van een arbeidscontext. Het model waarbij jongeren achtereenvolgens meerdere werkplekken combineren verdient ook nog meer aandacht in de toekomst. Een sleutelrol om zo'n flexibel traject op maat mogelijk te maken ligt bij de trajectbegeleider. Hij of zij volgt het leerproces van de jongere nauwgezet op en is als het ware een personal coach of mentor voor de jongere.

Om de kwaliteit van duaal leren te verbeteren valt er de komende jaren veel te verwachten van digitale technologieën die ook stilaan in het onderwijsveld hun opmars maken. Denk hierbij aan matchingtools die op basis van leervoorkeuren en persoonlijkheid van de jongere een passende werkplek of een mentor kunnen vinden. Een ander voorbeeld zijn online opvolgingstools die toelaten dat verschillende betrokkenen het leerproces van jongeren kunnen monitoren en bijsturen. In het buitenland worden massaal dat soort e-tools in de markt gezet. Als duaal leren in Vlaanderen de vlucht vooruit neemt, ligt er een braakliggend terrein voor start-ups die hier willen op inspelen.

Daarmee kan duaal leren uitgroeien tot een belangrijk aanvullend onderwijssysteem voor de 21eeeuw. Veel ouders, leerlingen en ondernemingen wachten erop. Als de kwaliteit van het systeem echter geen prioriteit krijgt, dan zal het onder de zwaartekracht van veranderingsresistente krachten snel vervallen in de ziektes van het verleden: oude wijn van leren & werken in nieuwe zakken van duaal leren. 


Prof. Dr. Luc Sels is decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen aan de KULeuven. Hij is voorzitter van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, een uniek orgaan waarin de vertegenwoordigers van alle onderwijskoepels en de sociale partners samen zetelen.

Dr. Bruno Tindemans is CEO van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen. Het agentschap is regisseur van de werkplekcomponent in het nieuwe duaal leren en is verantwoordelijk voor het stimuleren van het aanbod aan kwaliteitsvolle werkplekken

Onderwerpen

  • Onderwijs

Perscontacten

Karolien Waegeman

Press contact Communicatieverantwoordelijke 0479 98 98 70

Joni Reygaerts

Press contact Communicatiemedewerker