Blogpost -

Techtempel vraagt stevige fundamenten

Omdat er een verband is tussen het aantal technische profielen en de economische groei van een land of regio roept Peter Hinssen terecht op voor het bouwen van een Vlaams 'Institute of Technology' om nog meer jongeren in technische richtingen te krijgen. Maar techtempels bouwen vraagt stevige fundamenten.

Door Vickie Dekocker, verantwoordelijke innovatie bij Syntra Vlaanderen. Auteur van Leren Duaal leren (2018). Schrijft in eigen naam. Medeondertekenaars: Bernard Thiers (CEO Unilin), Frank Beckx (managing director Essenscia Vlaanderen), Hans Maertens (gedelegeerd bestuurder Voka) en Peter Demuynck (algemeen directeur Agoria Vlaanderen). Voor de volledige lijst van medeondertekenaars, zie onderaan.

Het aantal openstaande vacatures in de technologische sector en het aantal studenten in technologische richtingen baren zorgen. De instroom in technische richtingen blijft nagenoeg constant en ook de beoogde aantrekkingskracht van technische richtingen voor meisjes heeft ondanks sensibilisering en campagnes niet het bedoelde effect. De oproep van Peter Hinssen tot het bouwen van een Vlaams ‘Institute of Technology’ (De Tijd, 10 april) snijdt hout. Zo’n techtempel heeft echter stevige funderingen nodig.

Fundament 1: een tempel vergt meerdere steunpilaren

Hinssen haalt in zijn column de investeringen aan voor STEM-richtingen in het hoger onderwijs. Maar om maximaal te profiteren van het potentieel aan technische profielen bestaat onze techtempel best uit meer. Het systeem van duaal leren dat vanaf september 2019 uitgerold wordt biedt een unieke kans om technische opleidingen in het voltijds onderwijs een 21ste eeuws elan te geven. Iedere voltijdse school kan de duale trajecten aanbieden waarmee jongeren een deel van hun competenties bij een bedrijf aanleren.

Daarnaast zit ook veel potentieel in het hoger onderwijs. Hinssen pleit terecht voor een verderzetting van technische opleidingen in het hoger onderwijs. Ook hier is nog werk aan de winkel, en niet enkel voor de STEM-richtingen. Enkele initiatieven lopen reeds, zoals de professionele bachelor elektromechanica aan de HoGent in samenwerking met Siemens en de professionele bachelor chemie aan de Karel de Grote Hogeschool en AP Hogeschool in samenwerking met enkele Antwerpse chemiebedrijven.

Een techtempel heeft dus meer dan één steunpilaar nodig. Ook in het secundair en het hoger onderwijs moeten steunpilaren structureel verankerd worden.

Fundament 2: betrokkenheid volstaat niet, constante co-creatie tussen onderwijsverstrekkers, bedrijfsleven en leerlingen is een must, evenals samenwerking met andere actoren

Een van de succesfactoren in het buitenland voor meer technische profielen is een intensieve samenwerking tussen het bedrijfsleven, leerlingen en onderwijsverstrekkers. Hinssen haalt terecht het voorbeeld aan van de Technische Universiteit van Delft, waar er nauwe samenwerking is met het bedrijfsleven.

Ook in Vlaanderen begint die samenwerking handen en voeten te krijgen. In het kader van duaal leren werden bijvoorbeeld leergemeenschappen opgericht met duale trajecten zoals elektromechanische technieken (met Agoria Vlaanderen als trekker) en chemische procestechnieken (Essencia), waarvan de methodiek en inhoud door bedrijven, sectoren en scholen samen wordt opgemaakt en bijgestuurd.

Voordurende samenwerking is niet enkel cruciaal bij aanvang van opleidingstrajecten, maar ook bij het bijsturen ervan. De snelheid waarmee veranderingen op ons afkomen vereist steeds veranderende competenties. Leertrajecten en systemen errond zullen zelflerend moeten zijn om die exponentiële snelheid de baas te kunnen. Ook samenwerking met andere disciplines is noodzakelijk om tot innoverende en to the point oplossingen te komen.

Fundament 3: de techtempel is best ook digitaal te bezoeken en heeft een goede marketing

De bereikbaarheid van die techtempel is het meest cruciale. Hoe de techtempel in beeld wordt gebracht is daarom primordiaal om de interesse van jongeren en hun ouders te wekken. En daar wringt het schoentje. Vaak worden technische profielen uiterst stereotiep afgebeeld en worden voorafgaandelijk bepaalde types van jongeren beoogd.

Waarom stimuleren we jongeren zelf niet met technologie of sociale media waarop ze verzot zijn of waarvoor we hen in de maakindustrie willen warm maken? All grootschalige sensibiliseringscampagnes ten spijt, wat echt werkt is dat nieuwe technologie kan aangewend worden in de sensibilisering van jongeren.

Waarom zou je via virtual reality jongeren niet kunnen laten kennis maken met verschillende industrieën, waarom kan je via chatboxen jongeren niet laten interageren met werkgevers, waarom kunnen jongeren via gaming niet spelenderwijs hun eigen sterktes en interesses ontdekken? Dit alles zie ik weinig gebeuren in de keuzebegeleiding van jongeren en hun ouders. Het zou bijzonder spijtig zijn mochten jongeren met een passie en talent voor technologie niet de kans krijgen om dit te ontdekken en zich daarin te ontplooien.

Ook in het leren zelf zie ik weinig technologische ondersteuning. De dominante onderwijsvorm is nog steeds de klassikale opstelling en als er dan al technologie bij komt kijken, zijn we al blij met een smartbord. De goede voorbeelden die er zijn worden nog veel te weinig gedeeld. Wat belet ons om via MOOCs theoretische lessen aan te bieden, via virtual reality competenties aan te leren en bij te leren en zo jongeren zelf met technologie kennis te laten maken.

Hoe verklaar je anders het succes van initiatieven als Coderdojo, waar geëxperimenteerd wordt met technologie en die in sneltempo vol zitten, in tegenstelling tot de STEM- en technische opleidingen. Scholen mogen zelf geen schrik hebben van technologie, als ze technische richtingen willen promoten. Als we focussen op technologie en digitalisering, waarnaar onze arbeidsmarkt zo erg op zoek naar is, dan beginnen we daarmee best ook in de opbouw van de techtempel. Alleen dan kunnen we de aandacht voor techniek verder promoten en technische opleidingen sterk in de markt zetten.

Ondertekenen mee:

Mohamed Al Farisi (Spectrumschool); Joris Blommaerts (HR manager Hansen Industrial Transmissions); Kris Bosch (adviseur onderwijs en arbeidsmarkt, Essenscia); Dirk Buelens (directeur BA Campus Nekkerspoel); Nancy Dedeurwaarder (directeur Katholieke Scholengroep RHIZO); Hilde Demeulemeester (directeur Don Bosco Haacht TSO/BSO School voor Wetenschap en Technologie); Sofie D’Hoore (Picanol); Jonas De Raeve (adviseur onderwijs Voka); Katrien Dingemans (HR business partner werkplekleren & relaties onderwijs, BASF); Freddy Ginneberge(SBS Skillbuilders); Hilde Jamaels (centrumdirectie Don Bosco Halle);Nick Leenaert (talent director, HR Director Group Services Unilin); Luc Lens (Technisch Heilig Hartinstituut Tessenderlo); Marc Rabaey (directeur GITO Overijse); Joris Renard (adviseur arbeidsmarkt Unizo); Steven Hendrickx (directeur GO! Technisch Atheneum Keerbergen), Tom Rydant(directeur GO! Talent, Technisch Atheneum Dendermonde-Zele); Wouter Schelfhout (Universiteit Antwerpen); Carl Smeuninx (departementshoofd wetenschap en techniek, Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen); Kristel Tink (algemeen directeur VLOT! vzw); Kris Van Eeckhout (Inom); Herlinde Van de Water (Inom Arbeiders); Dirk Vanstipelen (directeur Syntra Limburg); Mieke Vermeiren (chief expert talent & labour market, Agoria)

Onderwerpen

  • Onderwijs

Perscontacten

Karolien Waegeman

Press contact Communicatieverantwoordelijke 0479 98 98 70

Joni Reygaerts

Press contact Communicatiemedewerker

Gerelateerde verhalen