Jobbeurs Aviato lokt Brusselse werkzoekenden naar de luchthaven

Honderden werkzoekenden maakten vandaag in de Vilvoordse Kruitfabriek kennis met de meer dan 400 openstaande vacatures bij de werkgevers op de luchthaven. Ze bezochten er de grootste jobbeurs in België voor luchthavenjobs, georganiseerd door Aviato, het tewerkstellingscentrum van Brussels Airport. Voka Vlaams-Brabant en Voka Metropolitan werken voluit mee aan de toeleiding van Brusselse werkzoekenden naar de Vlaamse rand.

Op de luchthaven werken nu reeds ongeveer 3.400 Brusselaars. “Maar mits passende opleiding en toeleiding kunnen er daar nog veel bijkomen”, aldus Steve Vanhorebeek, arbeidsmarktspecialist van Voka Vlaams-Brabant en Metropolitan. “Brussels Airport ligt nabij Brussel en telt meer dan 300 werkgevers, samen goed voor 24.000 werknemers en een constant gemiddelde van 400 openstaande vacatures. Hier liggen dus enorm veel mogelijkheden, ook voor Brusselse werkzoekenden. Het gaat immers niet alleen om vacatures voor luchtvaartpersoneel, maar ook om horeca, techniek, onthaal, security, verkoop, logistiek en transport. We zien echter nog twee grote barièrres: de (arbeids)mobiliteit en de taal op de werkvloer.”

Voka Vlaams Brabant en Voka Metropolitan werken samen met VDAB en Actiris aan een versterkte mobiliteit van Brusselse werkzoekenden naar de Vlaamse rand. VDAB Brussel bracht onlangs al haar partners samen in het symbolische Living Tomorrow in Vilvoorde: in Vlaams-Brabant, maar nabij Brussel. Onder het motto ‘Samen Grenzen Verleggen’ zocht VDAB Brussel er toenadering tot bedrijven uit Vlaams-Brabant. Vanhorebeek: “Logisch, want in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn er meer dan 10 laaggeschoolde werkzoekenden per openstaande vacature. Tellen we de populatie en de vacatures van de Vlaamse Rand rond Brussel daarbij, komen we aan vijf werkzoekenden per openstaande vacature. Dat creëert kansen, zowel voor Brusselse werkzoekenden als voor de bedrijven in de Rand.”

De mobiliteit als uitdaging

Om de (arbeids)mobiliteit op gang te brengen moet er een vlotte bereikbaarheid zijn tussen beide gewesten. Steve Vanhorebeek: “Het blijft één van de vaak aangehaalde barrières om de afstand te overbruggen. Het openbaar vervoer is in België inderdaad versnipperd, maar we merken wel een betere samenwerking tussen MIVB, De Lijn en de NMBS. Brusselse bussen rijden al vaker door tot bijvoorbeeld Vilvoorde, bussen van De Lijn rijden tot aan Brussel-Noord of Brussel-Zuid en het S-netwerk van de NMBS zorgt voor een veel betere bereikbaarheid tussen kleinere stations in de Rand en het Brusselse Gewest. Daarnaast komen er heel wat fietssnelwegen bij.”

“Desalniettemin zijn zeker nog uitdagingen. Alles kan en moet beter, maar we mogen ons niet blijven verstoppen achter de aanwezige drempels. Er pendelen dagelijks bijna 120.000 mensen uit Vlaams-Brabant naar Brussel. Er is eigenlijk geen reden waarom we de omgekeerde beweging niet zouden vergemakkelijken.”

Nederlands op de werkvloer

Steve Vanhorebeek: “Willen we Brusselaars naar de Vlaamse bedrijven krijgen, is de taal de tweede grote uitdaging. Grote (internationale) bedrijven hanteren vaak het Engels als voertaal. Maar basiskennis van het Nederlands blijft essentieel in een Vlaams-Brabantse setting. Daarom zijn we als

Voka blij dat VDAB Brussel samen met zijn partners verder wil inzetten op deze taalopleidingen. Ondertussen beseffen we dat bedrijven energie moeten steken in het zelf opleiden van werknemers. De mensen die meteen 100% inzetbaar zijn vinden we niet meer. Daarom kunnen we alleen maar blij zijn dat Aviato ook voor de luchthavenjobs een opleidingsprogramma heeft. Verder hierin investeren zal noodzakelijk blijven.”

Regeerakkoorden

VDAB Brussel, VDAB Vlaams-Brabant en Actiris willen samen met al hun partners, zowel in Vlaams-Brabant als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de dienstverlening naar werkgevers verbeteren. Zowel in het Brusselse als in het Vlaamse regeerakkoord is er aandacht voor verdere kruisbestuiving, een mooie basis voor de organisaties om aan de de slag te gaan en in samenwerking met de bedrijven aan de (interregionale) arbeidsmarkt te werken.