Persbericht -

Parkeerbeleid dient de mobiliteit in de gemeente, niet de gemeentekas

Het parkeerbeleid in een gemeente is een onderdeel van de visie op mobiliteit. Er zijn verschillen tussen gemeenten maar die aanpak is verantwoord, zegt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG), omdat ook de lokale situatie verschilt. Er is ook een tendens naar een meer duurzame aanpak, met meer voorzieningen voor elektrische voertuigen en meer randparkings. Gemeenten staan er ook op dat iedereen de parkeerregels naleeft. Rijk wordt een gemeente niet van haar parkeerbeleid: de ontvangsten vormen amper 1,4% van alle inkomsten en gemeenten geven bijna tien keer meer uit aan mobiliteit. Dat blijkt uit een bevraging van de VVSG bij haar leden.

Bewuste keuzes

Vier op vijf gemeenten heeft een parkeerbeleid als onderdeel van de visie op mobiliteit en duurzaamheid. Gemeenten verzoenen hierbij verschillende elementen, zoals een duurzaam gebruik van de publieke ruimte (groenblauwe netwerken, fietspaden, publieke pleinen en parken,…) en vlot en veilig verkeer voor alle weggebruikers. Daarbij ook auto’s die veel plaats innemen en relatief veel stilstaan, wat andere gebruiksmogelijkheden van de publieke ruimte sterk beperkt. Een gemeentelijk parkeerbeleid stuurt aan op het wenselijke gebruik van de publieke ruimte en houdt ook rekening met specifieke parkeerbehoeftes.

Dat betekent niet dat er overal betaald moet worden voor een parkeerplaats. In ongeveer één op drie gemeenten kan je je wagen nog gratis en zonder blauwe parkeerschijf kwijt. De helft van die gemeenten doet dit omdat er geen parkeerprobleem is. Een derde ervan stelt betalend parkeren niet in te voeren uit vrees voor tegenkanting van handelaars of inwoners. Daar waar parkeren wel betalend is, is het eerste kwartier of halfuur doorgaans gratis. Bewonerskaarten kosten gemiddeld meer naargelang het om de eerste, tweede, derde of vierde bewonerskaart gaat. Gemeenten gaan dus wel uit van het bezit van een auto maar ontmoedigen zo het bezit van meerdere auto’s per wooneenheid.

Duurzame mobiliteit

Parkeerbeleid maakt duurzamere mobiliteit mogelijk. Zo hebben bijna alle gemeenten parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen. Een verrassend hoog aantal (30 %) past meervoudig gebruik van parkeerplaatsen toe (bijvoorbeeld een parking aan de school die in de week voor leerkrachten dient, in het weekend voor winkelverkeer). In één op vijf gemeenten zijn er specifieke parkeerplaatsen voor zorgverstrekkers, deelauto’s en Park & Ride. Die laatste zijn bijna altijd gratis. Zo goed als in alle gemeenten zijn er wel ergens fietsenstallingen aan haltes van bus of trein. Gemeenten spelen hiermee in op het concept van basisbereikbaarheid waarbij de combimobiliteit - het vlot en comfortabel kunnen overstappen van het ene naar het andere vervoermiddel- zal toenemen.

Minder parkeren in de straat

Er is een trend merkbaar om parkeren in de straat (on-street) in het centrum af te bouwen. Gemeenten kiezen meer voor parkeren op aparte parkings boven- of ondergronds (off-street), en dit zowel in het centrum als aan de rand. Dit biedt kansen voor een aangenamere omgeving in het centrum.

Controle op de naleving

Gemeenten wensen dat iedereen de regels rond parkeren naleeft en controleren dat ook. Voor parkeerovertredingen die niet meer onder de strafwet vallen (blauwe zone, betalend parkeren, bewonersparkeren,…) hanteert de grote meerderheid een retributie of een GAS-boete. Toezicht op dat gedepenaliseerd parkeren wordt nogal eens uitbesteed aan een private firma. Een minderheid maakt al gebruik van nieuwe technologieën zoals parkeersensoren of ANPR-camera’s. Foutparkeerders kunnen in de helft van de gemeenten in theorie met een GAS-boete bestraft worden maar in de praktijk gebeurt dit bijna overal met een verkeersboete en stelt de lokale politie de inbreuk vast.

Parkeerinkomsten zijn geen melkkoe voor de gemeentekas

Parkeertarieven zijn een middel om gewenst gedrag van bezoekers en bewoners na te streven, zeker als de beschikbare ruimte beperkt is. Ook in de officiële gemeentelijke boekhouding zijn ze een onderdeel van mobiliteit. (Bron ABB).

De parkeerontvangsten van alle Vlaamse gemeenten en hun autonome gemeentebedrijven bedragen in totaal 120 miljoen euro. Dat is slechts 1,4% van de totale ontvangsten (8,7 miljard euro) van gemeenten met betalend parkeren. Het is 13% van de uitgaven die de Vlaamse gemeenten doen op vlak van mobiliteit (912 miljoen euro).

Voor de centrumsteden en hun autonome gemeentebedrijven brengen parkeerinkomsten ongeveer 75 miljoen euro op. Zij geven meer dan 290 miljoen euro uit aan mobiliteit. De inkomsten uit parkeerbeheer dekken daar dus slechts een kwart van de mobiliteitsuitgaven. De relativiteit van het cijfer blijkt nog meer als we de inkomsten afzetten tegenover de globale ontvangsten van de centrumsteden: de inkomsten uit parkeerbeheer zijn slechts goed voor 2% van de totale ontvangsten (die 4 miljard euro bedragen).

De inkomsten uit parkeerbeheer komen terecht bij de algemene middelen waarmee gemeenten hun dienstverlening aan burgers en ondernemingen financieren, zoals bijvoorbeeld de aanleg van wegen en riolen, onderhoud van sportinfrastructuur, beheer van cultuurcentra, uitbouw van sociaal beleid,…

Meer info: Nathalie Debast, verantwoordelijke perszaken, 0497/31.80.77  

Onderwerpen

  • Milieu, energie

Perscontacten

Nathalie Debast

Press contact persverantwoordelijke +32 497 31 80 77